Op het schouder naar binnen vallen

Op het schouder naar binnen vallen

Op het schouder naar binnen vallen

Vandaag heb ik met een super leuke combinatie gewerkt. Ze loopt tegen het probleem aan dat haar paard vaak naar binnen valt.

Het naar binnen vallen van het paard is een teken van onbalans, gebrek aan souplesse en kracht.⁠ Door de natuurlijke scheefheid (die ieder paard van nature heeft) valt het paard vaak aan de ene kant meer naar binnen dan de andere kant

Horseprofessional_rijproblemen_paard naar binnen vallen

Wil je dit oplossen? Rijd van je binnenbeen naar je buitenteugel. Dit is echt de enige oplossing! ⁠

De volgende oefeningen zijn heel goed om dit te trainen: ⁠
?? Wijken voor het been.⁠
?? De volte openen en sluiten.⁠
Door te wijken leert je paard dat hij van jouw binnenbeen weg moet blijven en spreek je direct ook zijn binnenachterbeen aan. ⁠

?? Schouderbinnenwaarts⁠
?? Schouderbinnenwaarts in de hoek⁠
Door de oefening schouderbinnenwaarts activeer je het binnen achterbeen, krijg je betere buiging, train je de souplesse en kracht.⁠

Met deze oefeningen train je het binnenachterbeen, krijg je een betere buiging en meer souplesse en kracht. Dit zorgt voor betere balans en dus minder vallen op de binnenschouder.⁠

Tijdens het lesgeven zie ik verschillende ‘oplossingen’ om het naar binnen vallen tegen te gaan, helaas werken ze vaak niet of maken het probleem alleen maar erger. Doe het volgende dus vooral niet:⁠

?? De binnenteugel tegen de hals drukken om te proberen om je paard recht op, op de volte te houden;⁠

?? Je binnenhand over de hals heen halen om te proberen hem naar buiten te sturen;⁠

?? Steeds harder gaan duwen met je binnenbeen om te voorkomen dat hij naar binnen valt;⁠

?? Naar buiten leunen op de cirkel terwijl je alledrie de bovenstaande dingen probeert.⁠

Op de lange termijn werken geen van deze methodes

Het kost tijd en training om het gebruik van het binnenachterbeen en de balans te verbeteren, zeker bij jonge en onervaren paarden. Ook paarden die al lang heel lang scheef zijn, hebben veel tijd nodig om te verbeteren.⁠

Neem dus je tijd. En vertrouw er op dat als je de basis goed krijgt, zal het probleem van naar binnen vallen oplossen.⁠

⁠Heb jij deze problemen en vind je het lastig deze op te lossen? Voel je soms dingen niet goed? Ik kan altijd een keer met je meekijken en je helpen met de juiste oefeningen. ⁠

Tegengestelde reflex & wijken voor druk!

Tegengestelde reflex & wijken voor druk!

De tegengestelde reflex en wijken voor fysieke druk!

 

Ooit gehoord van tegengestelde reflex bij paarden? Misschien niet, maar als ik het heb over ‘tegen de druk ingaan’ dan heb je daar vast een beeld of idee bij.

De tegengestelde reflex is een reflexmatige beweging tegen de druk in, als reactie van het paard wanneer deze het ervaart als te snel, te veel of onverwacht.

Tegengestelde reflex is dus een reflexmatige reactie van het paard tegen de druk in, dat reflexmatige wil zeggen dat het automatisch ontstaat, het paard kan daar niets aan doen, het is dus geen ongehoorzaamheid!

Een goed voorbeeld hiervan bij mensen is, wanneer je bij de dokter op de behandeltafel zit en hij tikt met een hamertje op je knie, dan schiet je voet automatisch naar voren, zonder dat je er iets aan kan doen!

 

Een paard wil van nature altijd tegen de druk in.

Dat heeft te maken met het feit dat het (primair) een prooidier is. Om te overleven moet hij zich gedragen als vluchtdier en in een kudde functioneren.  Om te snappen waarom hij dus van nature tegen de druk in wil gaan, wil ik je eerst iets vertellen over de volgorde van reacties van een paard in een paniek situatie.

  1. Flight – vluchten; het paard zal vluchten, dus wijken voor de niet fysieke druk die de dreiging van een naderend roofdier oplevert.

Wanneer vluchten niet meer lukt, het roofdier het paard te pakken krijgt en met zijn scherpe klauwen en

daden het paard grijpt, zal het paard stoppen met vluchten. Dit gebeurd reflexmatig, het paard gaat direct tegen druk in bij fysiek contact zodat de klauwen van het roofdier hem niet verder open rijten en begint met vechten.

  1. Fight – vechten; door te bokken, steigeren en slaan, hoewel ze daar niet speciaal voor zijn uitgerust, kan een klap toch hard aankomen waardoor het roofdier moet loslaten.

         Als vechten niet helpt, zal het paard naar de volgende fase gaan, de Freeze.

  1. Freeze – bevriezen; er ontstaat bewustzijnsvernauwing en gevoelsvermindering door lichaamseigen hormonen. Hij reageert nergens meer op en is niet meer aanspreekbaar.

         Wanneer dit niets oplevert, zal het paard flauwvallen.

  1. Faint – flauwvallen; in dit stadium schakelen alle systemen van het paard uit en verliest hij alle controle over zijn spieren en bewustzijn. Als een soort natuurlijke sedatie om de pijnlijke dood niet meer als dusdanig te ervaren.

Dus voor het paard is het zo dat tegen de druk in gaan wellicht zijn leven redt. Voor ons is dat alleen wat minder handig…wij zouden graag willen dat het paard leert te wijken voor druk.

Onthoud! Dat wanneer het paard een hulp als te veel, te snel of onverwacht ervaart, deze dus in een tegengestelde reflex zal schieten. (Het paard bepaald dus wanner hij het als te veel, te snel en onverwacht ervaart). Wij moeten dit voorkomen door onze oefeningen goed te timen, de druk goed te doseren en de hulpen stap voor stap aan te bieden in het voor het paard begrijpbare volgorde.

Wat heeft dat dan te maken met het aanleren van het wijken voor druk!

Wijken voor fysieke druk en dus het voorkomen van tegengestelde reflex is goed aan te leren door middel van oefeningen. Wanneer we hier mee bezig gaan (bijvoorbeeld met de oefening hoofdlaag), is het enorm belangrijk dat onze timing op orde is. Daarmee bedoel ik de snelheid van de beloning. Als deze snel genoeg is, zal het paard ervaren dat de druk verdwijnt als hij voor de druk wijkt. Het wegvallen van de druk motiveert je paard om het gewenste gedrag te herhalen, hij wil graag comfort dus zal zoeken naar een manier om van de druk af te komen. Het belangrijkste is dat het iets oplevert voor het paard; het wegvallen van druk oftewel primaire beloning, hoe klein het resultaat soms ook is. Als de primaire beloning niet binnen 3 seconden gebeurt, kan het paard niet meer de oorzaak en het gevolg aan elkaar koppelen.

Het wijken voor druk gebruiken wij erg veel in de omgang of training van ons paard. Denk hierbij aan; het omzetten van de achterhand omdat je er even langs wilt, het aanleggen van je been om wat sneller te willen, de rij-oefening wijken voor het been, de nageeflijkheid, al deze dingen kan een paard niet van nature en zal je hem dus moeten aanleren. Door oefeningen te doen en te trainen.

 

Geduld, beloning, vertrouwen en timing zijn wat mij betreft de sleutelwoorden tot succes.

 

Loswerken

Loswerken

Loswerken voor de mens

In eerste instantie staat bij Loswerken de ontwikkeling van de mens voorop. In deze trainingsvorm leert de ruiter(trainer) zijn/haar lichaam effectief te gebruiken in de communicatie naar het paard toe. Er wordt gebruik gemaakt van de natuurlijke reacties van paarden op positie (plek waar je staat), beweging (zowel tov. de ruimte, als tov. je eigen lichaam) en houding (de manier waarop je je lichaam gebruikt). Alle communicatie verloopt in deze werkvorm door middel van lichaamstaal. Deze hulpen noemen we directe hulpen.

Loswerken voor het paard

In tweede instantie gebruiken we Loswerken natuurlijk ook om het paard te trainen. Tijdens het loswerken kunnen we de verhouding mens-paard op een positieve manier beïnvloeden. Leiderschap en acceptatie van dit leiderschap, worden zonder vorm van geweld getraind. Het paard leert optimaal gebruik te maken van zijn natuurlijke balans en laat richting en snelheid (tempo) door ons bepalen. De woorden communicatie, leiderschap en vertrouwen spelen hierbij een grote rol. Loswerken leidt tot een optimale communicatie met het paard als basis voor de verdere training/opleiding

HorseProfessional-Loswerken-doelenhalen-freestyle-training-revalidatie
Leren loswerken, instructie opmaat!

Na het loswerken volgt het grondwerk als onderdeel uit het freestyle systeem.
Wi je daar meer over weten klik dan hier.

Loswerken en grondwerk is voor mij de basis in de opleiding van een paard,

maar ook de basis voor het oplossen van diverse problemen.

Trailerproblemen

Omgaan met spanning en stres

Rijproblemen

Wil je recensies lezen? Of meer over mij weten?

5 richtlijnen of het bit goed in de mond ligt

5 richtlijnen of het bit goed in de mond ligt

JE HEBT BITTEN EN BITTEN…

Iedere paarden eigenaar en paard heeft er vast een liggen: een Bit. Bitten zijn er in zeer uiteenlopende modellen. Zowel in maat als materiaal is de keuze tegenwoordig zeer divers.  Als je naar een ruitersportzaak gaat zie je vaak een groot rek vol met glimmende mondstukken. 

HorseProfessional-Bit-Bitten-advies-Friesland

Op zo’n rek zie je veel verschillende soorten van zeer eenvoudige simpele tot zeer extreem rare bitten, waarvan ik de toepassing niet eens zou weten…. laat staan dat ik die in mijn paard in z’n mond zou willen hangen. Welk bit zou jou paard passen?

Welk bit kiezen? Let op elk paard heeft een andere mond…

De een heeft een dikke tong de ander dun en plat. Wist je dat er bij paarden er een groot verschil is in de hoeveelheid tandvlees en slijmvliezen, de lagen, de eerste kiezen en de vorm en de dikte van het verhemelte. Niet alleen de binnenkant van de mond is belangrijk bij je zoektocht naar een fijn bit, maar ook de anatomie van het paard moet bekeken worden. Denk bijvoorbeeld aan: de kauwspieren, het kaakgewricht, de bovenste halswervels.

En laten we natuurlijk niet het hoofdstel vergeten waar het bit aan bevestigd word. Net als bij bitten zijn er  rekken vol hoofdstellen in een ruitersport zaak te vinden met ontelbare uitvoeringen, soorten en maten. Ook hier geldt, laat het paard beslissen welke hij fijn vind.

 Als je een bit bij je paard in zou doen kun je zien of deze theoretisch past of niet, maar je weet nog niets over de voorkeur van het paard. Hier kom je alleen maar achter door het bit te proberen. Dit maakt het kopen van een bit in de winkel heel erg lastig. Er bestaat geen enkel bit wat voor elk paard goed werkt. Als dat wel zo was dan bestonden er natuurlijk niet zo veel verschillende soorten bitten.

Daarnaast is het opleidingsniveau van paard en ruiter en de discipline zeer belangrijk.

Via internet is het onmogelijk om uit te leggen wanneer een bit goed past bij een paard. Bij twijfel is het daarom altijd verstandig om een professional in te schakelen die met je mee kan kijken. Er bestaan zelfs speciale paardenbitpasservices die aan huis kunnen komen.

Met jonge paarden werk ik zelf graag met het leren bit

>> klik hier als je daar meer over wilt weten <<

Er zijn wel een paar richtlijnen waaraan gezien kan worden of een bit goed in de mond ligt:

 

  • Het bit heeft de juiste breedte: als je beide kanten tussen de bit ring en de wang een wijsvinger kunt steken, dan is de kans groot dat de breedte van het bit goed is. Gaat dit heel makkelijk en heb je ruimte over, dan is het bit waarschijnlijk te groot. Gaat dit niet of nauwelijks dan is het bit waarschijnlijk te klein.
  • Het bit hoort niet te hoog en niet te laag. Logisch! Maar waar hoort het dan?
    Het bit hoort op de lagen te liggen, dat is het gedeelte waar geen tanden en/of kiezen zitten. Het bit hoort niet tegen tanden of kiezen aan te komen.
  • Tussen het bit en de eerste kies moeten twee vingers kunnen.
  • In de mondhoek van het paard mag men twee rimpeltjes zien door het bit.
    Zie je meer rimpeltjes dan zit het bit te hoog, zie je minder of geen rimpeltjes dan hangt je bit waarschijnlijk te laag.
  • Een paard hoort de lippen goed te kunnen sluiten, met het bit in. Kan het paard dit niet en zie je z’n voortanden, dan kan het bit te dik zijn.

Het lastige van al deze richtlijnen is, dat er veel uitzonderingen bestaan, kijk dus naar je paard, die is de baas. Hij/zij bepaalt wat voor jullie het fijnste bitje is. Laat je niet leiden door anderen maar voel en ervaar zelf wat voor jou en je paard werkt.

 

Heb je vragen over je bit? Of ovet het gebit van je paard?
Ik kom graag een keer meekijken en evtentueel advies geven.

Spanning en angst? 6 tipt om er mee om te gaan!

Spanning en angst? 6 tipt om er mee om te gaan!

We hebben allemaal wel eens last van spanning en of angst tijdens het rijden. Ook ik! Wat er dan gebeurd? Ik knijp mijn bovenbenen aan, ga naar voren zitten en wil het paard bij me houden. Waardoor ik per ongeluk mijn armen aanspan, uit balans raak en het paard onrustig wordt. Hierdoor wordt het paard juist meer voorwaarts wil onder mij weg! Dit voel je gebeuren, wat niet fijn voelt, waardoor je alles extra aanspant met als gevolg dat het paard de spanning kan overnemen. Met alle gevolgen van dien. Als jij angstig op je paard stapt is de kans groot dat je dit (onbewust) zal overbrengen op je paard. Komt je dit bekend voor? Lees hier onder hoe je met spanning en of angst kunt omgaan!

Let op je ademhaling!

De manier waarop je ademhaalt heeft veel invloed op je (ont)spanning en je houding. Diep en rustig vanuit je buik ademhalen vermindert de spanning in je lichaam. Check tijdens het ademhalen of nek, schouders, armen handen, buik, heupen benen allemaal aangespannen of ontspannen zijn. Je zult merken dat door hieraan te denken je die lichaamsdelen al meer kan ontspannen. Doordat de spanning letterlijk in je lijf afneemt kun je beter meebewegen met je paard. En daardoor heb je waarschijnlijk minder last hebt van alle hierboven genoemde punten!

Verander je focus!

Wordt taakgericht! Houd je zelf bezig! Actie is de beste manier om niet met je zenuwen bezig te zijn. Geef jezelf dus kleine, fysieke opdrachten die je bij spanning ervaart kunt uitvoeren, zoals bv: zachte handen, schouders laag, been lang en been er aan. Door deze fysieke opdrachten hebben je hersenen minder tijd om hun aandacht te richten op rampscenario’s.

Word je bewust van je reactie tijdens spanning.

Hoe ga je anders (in andere situaties) met je angst om? Keer je in jezelf, ga je piekeren, wil je stoppen, word je heel druk? Als je weet wat jouw gewoonlijke reactie op spanning is, kun je daar mee leren omgaan. Angst is niet per definitie iets slechts. Het hebben van angst heeft ook positieve kanten. Het maakt je alerter, waardoor je sneller en scherper kunt reageren. Dat kun je in je voordeel gebruiken.

What doesn’t kill you makes you stronger!

Let op je woorden

Niet alleen die je zegt, maar ook die je denkt.
Je kent het wel. “Denk niet aan roze olifant!” De kans is super groot dat je direct een beeld hebt van een roze olifant. Zo werkt dat met gedachten, als je tegen jezelf zegt dat er niets is om bang voor te zijn, gebeurt in je hoofd het tegenovergestelde. Je hersenen filteren het woord niet er niet uit. Dus je zegt eigenlijk tegen je zelf, er is iets om bang voor te zijn. Dit gaat automatisch, zonder dat je daar direct invloed op hebt. Probeer je negatieve gedachten om te zetten naar positieve gedachten: in plaats van ‘niet bang zijn’ zeg je bijvoorbeeld ‘ik blijf rustig en haal diep adem’. Die opdrachten zijn concreet en haalbaar om te doen.

Van verwachting naar doel

Er is en verschil tussen een doel en een verwachting. Naar een doel kun je toe werken, mocht het niet de eerste keer lukken dan kan je het nog eens proberen. Een verwachting kan niet uitkomen, dan wordt verwachting een teleurstelling. Wanneer jou verwachtingen niet realistisch zijn is de kans groot dat je teleurgesteld raakt en vervolgens meer spanning opbouwt. Je kan jezelf beter een doel stellen en werk daar in stappen naar toe. Door de druk om te presteren deels weg te nemen, zit je een stuk kalmer en zelfverzekerder op je paard.

Geef niet op, neem de tijd.

De enige manier om met jouw spanning en angsten om te leren gaan is er regelmatig mee geconfronteerd te worden. Opnieuw opnieuw opnieuw en opnieuw, oefenen oefenen oefenen en nog meer oefenen. Ga dus gewoon naar stal, ook al ben je (misschien een beetje) bang. Alleen het komen opdagen zal al voelen als een overwinning! Stel je zelf kleine realistische doelen. Zoals: “Al heb ik vandaag er alleen maar op gezeten”‘ of “Al heb ik alleen maar gelongeerd”, juist die kleine stappen zullen als een overwinning voelen en zo bouw je het vertrouwen op bij jezelf om verder te gaan. Neem de tijd, het is geen race tegen de klok. Jouw doel is om je prettig te voelen bij of op je paard. Dan maakt het niet uit hoe lang je daar over doet, neem de tijd die je nodig hebt. Gaat het kriebelen om een stap verder te gaan? Dan is het tijd om die stap te nemen.

Rij-angst?

Heb je echt angst voor het rijden, doe het dan niet! Het klinkt wellicht vreemd. Door te werken vanaf de grond; los werken, grondwerk dubbele lange lijnen leer je controle te krijgen en te behouden over het tempo en de richting van het paard. Ook zie en ervaar je dat je paard heel veel dingen gewoon (relaxed) kan. Dit zal je zelfvertrouwen een enorme boost geven! Ook kun je vanaf de grond, door dubbele lange lijnen al een stuk rijtechnische balans aanleren, wat dan weer handig is als je later weer met vertrouwen op je paard stapt.

 

 

 

Meer weten over het werken vanaf de grond? Klik HIER voor alle ins-and-outs over Dubbele lange lijnen.

Silke is een ontzettend fijne, geduldige en bovendien zeer kundige instructrice waar we veel van leren! Ze past zich heel goed aan aan de wensen van de klant, alle instructie is helemaal op maat en de doelen zijn helder en haalbaar. Het welzijn en welbevinden van het paard staat voorop in de samenwerking met mensen en dat zorgt er voor dat het heel erg prettig is om les van Silke te hebben!

Caroline de Jong

Hulp nodig?

Je hoeft je nooit te schamen dat je iets spannend vind of iets niet durft! Zie het als kracht, je kent je grenzen en je hoeft echt niet alles zelf te kunnen. Een goede instructeur kan jou helpen realistische doelen te kiezen en je helpen met angst en spanning om te gaan.

Dubbele lange lijnen – alle ins en outs

Dubbele lange lijnen – alle ins en outs

Wat is nou eigenlijk werken aan de dubbele lange lijnen (DLL)?

En wat heb je er aan?

We willen allemaal een fijn rij- of men paard… dan zullen we dus moeten trainen op kracht, souplesse, balans, rust en atletisch vermogen. Ik vind het werken aan de dubbele lange lijnen daar een uitermate geschikt middel voor! Waarom? Nou het zit zo:

Dubbele lange lijnen is de belangrijke schakel tussen het werken op de grond en het rijden. We leren het paard zijn lichaam anders te gebruiken, van de natuurlijke balans naar rijtechnische balans. Het paard zal hiervoor moeten veranderen in zijn manier van bewegen, om zowel verticaal als horizontaal een evenwichtige houding te vinden, die we tijdens het rijden nodig hebben.

Centrum positie

Als het paard op de cirkel loopt om de ruiter heen noemen we dat ‘centrumpositie’ dan werken we voornamelijk aan de verticale balans.

Menpositie

Als we achter het paard werken in de zogenaamde ‘menpositie’ dan werken we voornamelijk aan de horizontale balans.

Door je groene paard aan de dubbele lijnen te leren lopen  voordat je er op gaat zitten, weet je al redelijk zeker dat je controle hebt over de richting en tempo (een stuur en een rem dus) Maar ook is hij bekend met het opnemen van de teugels.

Op naar het lange teugel werk

Gaat het DLL je goed af dan kun je er naar toe werken om aan de lange teugel te werken. Dan werk je niet meer op de cirkel in centrumpositie, maar alleen nog maar in menpositie. Aan de lange teugel kan je alle dressuurmatige oefeningen. Het is heel gaaf en intensief werk.

Lopen, lopen, lopen…

Ook voor jezelf is het een hele workout. Ook al wil je dat je paard zo klein mogelijk draaft in menpositie, ook dán loop je op redelijk tempo door het zand… Het kan dus zo zijn dat je aardig wat vet verbrand als je begint met het werken aan de dubbele lange lijnen.

 

Hoe begin je hier aan?

Het is altijd verstandig om hierbij hulp in te schakelen van een professional, het kan nogal een uitdaging zijn om een lijn achter de billen van je paard langs te leggen en uiteindelijk om zo kort achter je paard te lopen. Veel paarden vinden dit erg spannend in het begin. Als instructeur hebben we hier een speciaal stappenplan voor om jou veilig je paard te leren opzetten aan de DLL. Maar ook om veilig te kunnen werken.

Wat heb je nodig?

  • Freestyle halster (zeker de eerste keer)
  • Hoofdstel (evt. met leren bit)
  • Longeer singel
  • Dubbele lange lijnen (gewone longeerlijnen zijn echt niet fijn)
  • HANDSCHOENEN (de lijnen zijn vrij stug en kunnen brandwonden op leveren als ze onverwacht door je hand heen getrokken worden.)

De Dubbele Lange Lijnen zelf.

Ik werk met twee losse lijnen met een speciale dikte zodat je ze goed/lekker kan vasthouden. Maar ook hebben ze hun eigen gewicht, hierdoor kun je makkelijker het contact behouden met je paard.

BESTELLEN KAN VIA MIJ

Maar ook via de webshop van Emiel Voest
>> klik hier voor de webshop van Emiel Voest <<

HorseProfessional-Dubbele lange lijnen

Vragen die ik vaak krijg!

 

Waarom niet twee losse longeer lijnen?
Omdat die te licht en te lang zijn; het contact behouden wil dan niet goed.

Kun je je paard niet beter voor de kar knopen als je er toch achter aan loopt?
Nee, want vanaf de kar is het moeilijker om goede aanwijzingen te geven door de afstand die je hebt.

Is het niet gevaarlijk zo dicht achter een paard te lopen?
Je hebt je paard goed voorbereid om dit te doen en je hebt dit in de goede stappen opgebouwd. Dus het is veilig om dicht achter je paard te lopen. Maar blijf goed naar zijn lichaamstaal kijken om te ontdekken of er een mogelijkheid is dat hij het toch niet zo prettig vind. Maak je het te moeilijk of vind hij iets spannend? Kies er dan altijd voor je paard weer op de cirkel te zetten.

Wil jij je paard gymanstiseren? Zijn balans verbeteren of gewoon eens iets anders doen dan rijden?

× Hoe kan ik je helpen?