Tegengestelde reflex & wijken voor druk!

Tegengestelde reflex & wijken voor druk!

De tegengestelde reflex en wijken voor fysieke druk!

 

Ooit gehoord van tegengestelde reflex bij paarden? Misschien niet, maar als ik het heb over ‘tegen de druk ingaan’ dan heb je daar vast een beeld of idee bij.

De tegengestelde reflex is een reflexmatige beweging tegen de druk in, als reactie van het paard wanneer deze het ervaart als te snel, te veel of onverwacht.

Tegengestelde reflex is dus een reflexmatige reactie van het paard tegen de druk in, dat reflexmatige wil zeggen dat het automatisch ontstaat, het paard kan daar niets aan doen, het is dus geen ongehoorzaamheid!

Een goed voorbeeld hiervan bij mensen is, wanneer je bij de dokter op de behandeltafel zit en hij tikt met een hamertje op je knie, dan schiet je voet automatisch naar voren, zonder dat je er iets aan kan doen!

 

Een paard wil van nature altijd tegen de druk in.

Dat heeft te maken met het feit dat het (primair) een prooidier is. Om te overleven moet hij zich gedragen als vluchtdier en in een kudde functioneren.  Om te snappen waarom hij dus van nature tegen de druk in wil gaan, wil ik je eerst iets vertellen over de volgorde van reacties van een paard in een paniek situatie.

  1. Flight – vluchten; het paard zal vluchten, dus wijken voor de niet fysieke druk die de dreiging van een naderend roofdier oplevert.

Wanneer vluchten niet meer lukt, het roofdier het paard te pakken krijgt en met zijn scherpe klauwen en

daden het paard grijpt, zal het paard stoppen met vluchten. Dit gebeurd reflexmatig, het paard gaat direct tegen druk in bij fysiek contact zodat de klauwen van het roofdier hem niet verder open rijten en begint met vechten.

  1. Fight – vechten; door te bokken, steigeren en slaan, hoewel ze daar niet speciaal voor zijn uitgerust, kan een klap toch hard aankomen waardoor het roofdier moet loslaten.

         Als vechten niet helpt, zal het paard naar de volgende fase gaan, de Freeze.

  1. Freeze – bevriezen; er ontstaat bewustzijnsvernauwing en gevoelsvermindering door lichaamseigen hormonen. Hij reageert nergens meer op en is niet meer aanspreekbaar.

         Wanneer dit niets oplevert, zal het paard flauwvallen.

  1. Faint – flauwvallen; in dit stadium schakelen alle systemen van het paard uit en verliest hij alle controle over zijn spieren en bewustzijn. Als een soort natuurlijke sedatie om de pijnlijke dood niet meer als dusdanig te ervaren.

Dus voor het paard is het zo dat tegen de druk in gaan wellicht zijn leven redt. Voor ons is dat alleen wat minder handig…wij zouden graag willen dat het paard leert te wijken voor druk.

Onthoud! Dat wanneer het paard een hulp als te veel, te snel of onverwacht ervaart, deze dus in een tegengestelde reflex zal schieten. (Het paard bepaald dus wanner hij het als te veel, te snel en onverwacht ervaart). Wij moeten dit voorkomen door onze oefeningen goed te timen, de druk goed te doseren en de hulpen stap voor stap aan te bieden in het voor het paard begrijpbare volgorde.

Wat heeft dat dan te maken met het aanleren van het wijken voor druk!

Wijken voor fysieke druk en dus het voorkomen van tegengestelde reflex is goed aan te leren door middel van oefeningen. Wanneer we hier mee bezig gaan (bijvoorbeeld met de oefening hoofdlaag), is het enorm belangrijk dat onze timing op orde is. Daarmee bedoel ik de snelheid van de beloning. Als deze snel genoeg is, zal het paard ervaren dat de druk verdwijnt als hij voor de druk wijkt. Het wegvallen van de druk motiveert je paard om het gewenste gedrag te herhalen, hij wil graag comfort dus zal zoeken naar een manier om van de druk af te komen. Het belangrijkste is dat het iets oplevert voor het paard; het wegvallen van druk oftewel primaire beloning, hoe klein het resultaat soms ook is. Als de primaire beloning niet binnen 3 seconden gebeurt, kan het paard niet meer de oorzaak en het gevolg aan elkaar koppelen.

Het wijken voor druk gebruiken wij erg veel in de omgang of training van ons paard. Denk hierbij aan; het omzetten van de achterhand omdat je er even langs wilt, het aanleggen van je been om wat sneller te willen, de rij-oefening wijken voor het been, de nageeflijkheid, al deze dingen kan een paard niet van nature en zal je hem dus moeten aanleren. Door oefeningen te doen en te trainen.

 

Geduld, beloning, vertrouwen en timing zijn wat mij betreft de sleutelwoorden tot succes.

 

5 richtlijnen of het bit goed in de mond ligt

5 richtlijnen of het bit goed in de mond ligt

JE HEBT BITTEN EN BITTEN…

Iedere paarden eigenaar en paard heeft er vast een liggen: een Bit. Bitten zijn er in zeer uiteenlopende modellen. Zowel in maat als materiaal is de keuze tegenwoordig zeer divers.  Als je naar een ruitersportzaak gaat zie je vaak een groot rek vol met glimmende mondstukken. 

HorseProfessional-Bit-Bitten-advies-Friesland

Op zo’n rek zie je veel verschillende soorten van zeer eenvoudige simpele tot zeer extreem rare bitten, waarvan ik de toepassing niet eens zou weten…. laat staan dat ik die in mijn paard in z’n mond zou willen hangen. Welk bit zou jou paard passen?

Welk bit kiezen? Let op elk paard heeft een andere mond…

De een heeft een dikke tong de ander dun en plat. Wist je dat er bij paarden er een groot verschil is in de hoeveelheid tandvlees en slijmvliezen, de lagen, de eerste kiezen en de vorm en de dikte van het verhemelte. Niet alleen de binnenkant van de mond is belangrijk bij je zoektocht naar een fijn bit, maar ook de anatomie van het paard moet bekeken worden. Denk bijvoorbeeld aan: de kauwspieren, het kaakgewricht, de bovenste halswervels.

En laten we natuurlijk niet het hoofdstel vergeten waar het bit aan bevestigd word. Net als bij bitten zijn er  rekken vol hoofdstellen in een ruitersport zaak te vinden met ontelbare uitvoeringen, soorten en maten. Ook hier geldt, laat het paard beslissen welke hij fijn vind.

 Als je een bit bij je paard in zou doen kun je zien of deze theoretisch past of niet, maar je weet nog niets over de voorkeur van het paard. Hier kom je alleen maar achter door het bit te proberen. Dit maakt het kopen van een bit in de winkel heel erg lastig. Er bestaat geen enkel bit wat voor elk paard goed werkt. Als dat wel zo was dan bestonden er natuurlijk niet zo veel verschillende soorten bitten.

Daarnaast is het opleidingsniveau van paard en ruiter en de discipline zeer belangrijk.

Via internet is het onmogelijk om uit te leggen wanneer een bit goed past bij een paard. Bij twijfel is het daarom altijd verstandig om een professional in te schakelen die met je mee kan kijken. Er bestaan zelfs speciale paardenbitpasservices die aan huis kunnen komen.

Met jonge paarden werk ik zelf graag met het leren bit

>> klik hier als je daar meer over wilt weten <<

Er zijn wel een paar richtlijnen waaraan gezien kan worden of een bit goed in de mond ligt:

 

  • Het bit heeft de juiste breedte: als je beide kanten tussen de bit ring en de wang een wijsvinger kunt steken, dan is de kans groot dat de breedte van het bit goed is. Gaat dit heel makkelijk en heb je ruimte over, dan is het bit waarschijnlijk te groot. Gaat dit niet of nauwelijks dan is het bit waarschijnlijk te klein.
  • Het bit hoort niet te hoog en niet te laag. Logisch! Maar waar hoort het dan?
    Het bit hoort op de lagen te liggen, dat is het gedeelte waar geen tanden en/of kiezen zitten. Het bit hoort niet tegen tanden of kiezen aan te komen.
  • Tussen het bit en de eerste kies moeten twee vingers kunnen.
  • In de mondhoek van het paard mag men twee rimpeltjes zien door het bit.
    Zie je meer rimpeltjes dan zit het bit te hoog, zie je minder of geen rimpeltjes dan hangt je bit waarschijnlijk te laag.
  • Een paard hoort de lippen goed te kunnen sluiten, met het bit in. Kan het paard dit niet en zie je z’n voortanden, dan kan het bit te dik zijn.

Het lastige van al deze richtlijnen is, dat er veel uitzonderingen bestaan, kijk dus naar je paard, die is de baas. Hij/zij bepaalt wat voor jullie het fijnste bitje is. Laat je niet leiden door anderen maar voel en ervaar zelf wat voor jou en je paard werkt.

 

Heb je vragen over je bit? Of ovet het gebit van je paard?
Ik kom graag een keer meekijken en evtentueel advies geven.

Welzijnsadvies voor de Friese merrie Donna

Welzijnsadvies voor de Friese merrie Donna

Welzijnsadvies…wat is dat?

Bij afwijkend gedrag kan ik als welzijnsadviseur kijken naar de leef- en trainingsomstandigheden van paarden. Waar nodig geef ik een gedegen advies en zal ik door verwijzen naar de passende professional op de nodige gebieden.

DE KLACHTEN:

Mariska belde mij met de vraag of ik haar merrie wilde mee kijken want die had problemen met het opzadelen en tijdens het rijden. Waardoor de lol in het hebben en rijden van haar eigen paard er wel een beetje af was.

 

  • Bijten en trappen met opzadelen
  • Naar het been slaan tijdens het rijden
  • Hoofdstel niet goed om kunnen doen
  • Algemeen geen blije indruk.
Donna1 | welzijnsadvies | HorseProfessional

HET CONSULT:

Eerste indruk bij het algemeen bekijken:

  • Opgetrokken buik
  • Achter benen ver naar achteren, een spreidstand
  • Doffe en ruige vacht

 

Tijdens het fysiek onderzoek vielen er nog een paar dingen op:

  • Hoge spiertonus over hele lichaam
  • Slaan met het hoofd of proberen te bijten bij aanraking
  • Bij het tongbeen (onder haar hoofd) bijvoelde ik twee bulten.
  • Bij het onderzoek van haar flanken, reageerde Donna door naar mijn hand te trappen en bijten.
  • Algemeen aanraken niet prettig.

HET ADVIES:

Mijn advies aan Mariska, een afspraak maken bij een paardendierenarts. Voor een duidelijke diagnose te kunnen stellen wat betreft de bulten en de gevoeligheid van de buik die Donna liet zien bij mijn onderzoek.

 

  •  De bulten onder het hoofd laten onderzoeken.
    Het zou kunnen zijn dat bulten duiden op ontstekingen. Bulten bij het tongbeen zouden kunnen duiden op een ontsteking aan de kiezen.

 

  • Het bloed controleren.
    Enkele voorbeelden die uit bloedonderzoek naar voren kunnen komen zijn:
    Bloedarmoede of anemie, Spierbevangenheid, PPID (ziekte van Cushing), Ontstekingen, Lever- of nierafwijking of Vitamine- en/of mineralentekortIn Donna’s geval zou ik geintresseerd zijn in de ontsteking- en vitamine- en/of mineralen waardes.

  • Uitzoeken / uitsluiten van een maagzweer.
    Het zou kunnen zijn dat Donna last heeft van haar buik. Door het optrekken van de buik, de vermagering en de doffe vacht zou je kunnen denken aan een maagzweer. Ook het gedrag van bijten en slaan past daar bij, eveneens als de voernijt.

 

HOE IS HET NU?

Ondertussen is de dierenarts is geweest, helaas bleek er behoorlijk wat aan de hand.

  • De bulten onder het hoofd bleken kieswortel ontstekingen te zijn.
  • De bloedwaardes waren behoorlijk afwijkend.
  • Donna heeft last van maagzweren. De maagzweren dienen direct behandeld te worden.

De kieswortel onstekingen dienen behandeld te worden door een goede paardentandarts. Als de maagzweren en de kieswortel onstekingen over zijn denk ik dat de bloedwaardes snel weer opknappen. Wel is het advies om dit na 3 maanden te controleren.

Naast het behandeltraject van de dierenarts, zal ik Mariska en Donna een vervolg traject aanbieden gericht op verbeterpunten wat betreft het welzijn van Donna.

HEEFT JOU PAARD OOK VAGE KLACHTEN?

  • Lijkt je paard niet gelukkig?
  • Vaak stijf?
  • Bokken met aangalopperen?
  • Aandraven met een hupje?
  • Net niet tactmatisch?
  • Soms singeldang?
  • Extreme vermagering?
  • Of juist aankomen?
  • Of ben je onzeker of je zadel en hoofdstel wel passen?
  • Staat jou paard goed op zijn/haar hoeven staat? 
  • Vragen over voeding of supplementen

Door onder andere de welzijnscheck te doen, kan ik waar nodig een gerichte verwijzing doen naar een specialist mocht dat nodig zijn, zoals een paardendierenarts, hoefsmid en of zadelmaker. In het geval van Mariska en Donna, heb ik het advies gegeven om medisch het paard te laten onderzoeken. 

Ik help je uit te zoeken wat er met je paard aan de hand is.

Paardentandarts nodig? 5 aandachtspunten

Paardentandarts nodig? 5 aandachtspunten

bij e5 tekenen dat je paard misschien naar de paardentandarts moet…

Tegenwoordig is bij veel paardeneigenaren de paardentandarts al aardig ingeburgerd, hij of zij kan jou vertellen hoe het met het gebit van je paard is. Maar het is ook handig als je er zelf het eea van weet! Daarom de volgende punten om op te letten.

  1. Kijk eens naar de mest van je paard… 

    Hoe ziet de mest van je paard er uit? Zie je veel onverteerde voedseldelen? Dan zou het kunnen zijn dat jou paard zijn maalcapaciteit niet optimaal is. En dus weer hele stukken voeding uitpoept! Zonde! Ook neemt hij dan niet alle voedingsstoffen optimaal op.

  2. Let eens op tijdens het eten!

    Knoeit jouw paard veel voer? Of sopt hij/zij het voer in de waterbak?
    Houd in de gaten hoe je paard eet: als hij langzamer eet dan normaal, zijn voer laat staan of erg knoeit en proppen draait van zijn hooi, dan zou dat kunnen wijzen op tand problemen.

  3. Kijk/ruik/voel aan het hoofd van je paard.

    Zie je gekke plekjes die al tijden niet meer weg gaan? (boven de neusgaten en onder de ogen) Stinkt je paard uit z’n mond? Heeft je paard veel oog en neusvloeiing (veelal eenzijdig)?

  4. Vermagering…

    Word je paard telkens wat dunner ondanks dat ie ‘genoeg’ eten krijgt?
    Door een afwijkende stand van het gebit slijten de tanden niet gelijk matig af. Hierdoor kan het zijn dat het (ruw)voer minder goed wordt gekauwd en het paard de voedingsstoffen minder efficiënt opneemt. Waardoor jou paard langzaam vermagerd. Over ‘genoeg’ voeding zal ik een andere keer bloggen.

  5. Rijtechnische problemen?

    Als jij een van onderstaande ‘problemen’ tegen komt tijdens het rijden, dan zou het kunnen zijn dat je paard last van zijn gebit heeft.

  • Gevoelig reageren bij het inbrengen van het bit
  • Teugeldruk ontwijken
  • Niet/slecht kunnen ontspannen
  • Vasthouden; hoofd, hals, bit
  • Geen stelling/buiging aan willen nemen
  • Kantelen van het hoofd
  • Bokken/Vluchten
  • Hoofdschudden
  • Tong uit de mond

Soms kun je een paardenmond makkelijk open doen om de tanden te bekijken.


Merk jij aan je paard een van de bovenstaande problemen?

Dan bestaat de mogelijkheid dat de problemen worden veroorzaakt door afwijkingen aan het gebit. Het is dan ook verstandig om het gebit van je paard te laten controleren door een paardentandarts.

Frequentie van een gebitscontrole
Het is verstandig om paarden in de leeftijd tussen de 2 en 5 jaar elk half jaar te laten controleren omdat het paard in die periode veel tanden wisselt. Heeft jou paard alle tanden al gewisseld? Dan is het vaak voldoende om elk jaar te controleren. Uiteraard tenzij jouw paardentandarts anders voorschrijft bijvoorbeeld bij grote problemen. Ook als jij tussendoor vermoed dat er iets aan de hand is met het gebit van je paard is het verstandig direct deskundige hulp in te schakelen.

 

Persoonlijk 

Ik adviseer paarden elk jaar hun gebit controleren en ga ik uit van de expertise van mijn tandarts. Die geeft bij elke advies, wanneer een volgende controle nodig is. Daarnaast gebeurd het regelmatig dat ik bij klanten een van bovenstaande punten opmerk en alsnog doorverwijs naar een expert. Het aantal paardentandartsen is ontzettend gegroeid afgelopen jaren. Wees kritisch in wie je wel en niet aan de mond van je paard wilt hebben sleutelen. 

Wil je een kritische blik? Eens meedenken? Of heb je vragen?

 

Heb je hulp nodig?

Of heb je vragen?

× Hoe kan ik je helpen?